Introductie

Geen twee geesten gelijk!


In deze tekst vind je de omzwervingen rond het begrip intelligentie in vogelvlucht. We belanden bij het begrip ‘meervoudige intelligentie’ en kondigen de virtuele klas aan.

Wat is intelligentie? We hebben allemaal wel een idee van wat er met de term wordt bedoeld. Het verstandelijk functioneren van de mens drukken we voortvarend uit in termen als slim en dom, traag of snel van begrip enz. We weten allemaal dat het wel meer is dan dat.

Gezien intelligentie moeilijk te definiëren is zijn de beschrijvingen te ruim ofwel te eng. Als we de term intelligentie gebruiken hebben we het in elk geval over het menselijk vermogen. Stilzwijgend doen we alsof het een eenheidseigenschap betreft. Men zou echter ook kunnen denken dat er verschillende typen vermogens, intelligenties zijn. Of doen we voor uiteenlopende intellectuele vaardigheden beroep op één algemene functie?

De idee dat intelligentie gezien kan worden als één algemene eigenschap die tot uiting komt door allerlei vormen van cognitief functioneren blijft in de psychologie een punt van discussie.

Het verhaal van de intelligentie begint bij Alfred Binet. Volgens Binet was intelligentie afhankelijk van omgevingsinvloeden en bijgevolg geen zuivere, onbelichaamde menselijke eigenschap. De gemeenschappelijke cultuur van een leeftijdsgroep wordt door intelligentietest gemeten door het vermogen van elk individu te testen om uit die cultuur allerlei zaken op te pikken en op verschillende manieren te combineren. Binet meende dat intelligentie zich tot en met de puberteit blijft ontwikkelen. Belangstelling voor individuele verschillen ontstaat als die verschillen er iets toe doen. In het kader van de industrialisering en een verlengde leerplicht zocht men naar de ‘goede’ leerling. In de huidige Westerse samenleving met haar vele sociaal-economische groepen, mobiliteit en diversiteit aan beroepen is de belangstelling voor die verschillen nog toegenomen.

Eén van de kritieken op intelligentietests was dat verbale vaardigheden teveel op de voorgrond traden. Verstandelijke vermogens kunnen ook niet verbaal van aard zijn. Later ging men denken in termen van informatieverwerking en werden testen uitgebreid met sequentiële cognitieve verwerking van informatie, verwerken van gelijktijdig aangeboden informatie, en het gebruik van plaatjes om de belemmering van taalkennis op te vangen.
Alle aanpassingen van tests wijzen erop dat er geen consensus bestaat over de definitie van intelligentie. Toch is men het erover eens dat tests verschillen meten die in overeenstemming zijn met onze intuïtieve ideeën over verschillen. Het is op zijn minst een goede basis voor verder onderzoek.

De discussie wordt ingezet door de theorie van Spearman die het heeft over één onderliggende factor g die heerst over alle intellectuele functies. Guilford daarentegen onderscheidt meer dan 120 factoren waaruit een brede interpretatie van intelligentie blijkt. Nieuw is bijvoorbeeld het betrekken van factoren die sociale intelligentie of creativiteit onderzoeken. Er zijn veel factoren maar duidelijk is dat vaardig zijn in skateboarden of het bespelen van een muziekinstrument niet tot het intuïtief begrip van intelligentie behoren.

Misschien ligt de waarheid in het midden en worden gelijk een algemene en specifieke functies aangesproken?

Howard, Gardner is van mening dat er verschillende onafhankelijke mentale vaardigheden bestaan. Hij vestigt de aandacht op capaciteiten die in ons onderwijs en onze maatschappij dikwijls worden veronachtzaamd. Gardner onderscheidt er acht.

Steun voor het feit dat het hier om acht onafhankelijke capaciteiten gaat vindt Gardner in onderzoek naar hersenbeschadiging. Eén van deze vermogens kan beschadigd raken terwijl de anderen in tact blijven. Voorbeelden van een laesie zijn: het verlies aan ruimtelijk inzicht (niet meer in staat een tekening te herkennen) of verlies van bewegingscoördinatie (bepaalde geordende bewegingen niet meer kunnen uitvoeren) of een aanzienlijke persoonlijkheidsverandering.

Daarnaast vindt Gardner steun voor zijn theorie in gevalsstudies van ‘idiots savants’. Het gaat om mensen met beperkte vermogens die beschikken over één uitzonderlijk vermogen op een gebied dat onder te brengen is in zijn acht intelligenties. Bijzondere muzikale inventiviteit, bijzonder vaardig in kalenderrekenen, bijzonder technisch talent, enz.

Er is echter ook kritiek op zijn verwijzing naar de ‘idiots savants’. Dat bijzonder talent lijkt al niet meer zo bijzonder als men het vergelijkt bij het talent van mensen met wereldnaam en –faam.

Wat het uiteindelijk oordeel mag zijn over deze invulling van ‘intelligentie’, vast staat dat we intuïtief aanvoelen dat deze theorie het kind, de mens meer omarmd zoals we hem kennen, zien, en aanvoelen. Het huidig onderwijs en de maatschappij zijn vaak gericht op een beperkt aantal van de menselijke capaciteiten. Als we erin slagen ook alle andere capaciteiten aan te spreken in ons onderwijs en onze maatschappij kan dit naast een erkenning voor velen tot een verrijking van onze samenleving aanleiding geven.

Onderwijs leren opzetten dat rekening houdt met de acht intelligenties kan via onze virtuele klas ‘Meervoudige Intelligentie’. De bedoeling is dat leerlingen weten waar hun sterke maar ook hun zwakke punten liggen. Door middel van MI-onderwijs worden die dan gestretcht, gematcht of gevierd. Stretchen betekent dat je de sterke vermogens van een leerling gebruikt om de zwakkere te ondersteunen. Matchen gaat om het schenken van aandacht aan elk van de intelligenties apart door ze uit te dagen en in harmonie met de andere intelligenties te laten samenwerken. Het vieren is erop gericht leerlingen hun eigen unieke intelligentiepatroon te leren kennen. Zo leren ze omgaan met de eigen sterke en zwakke punten en die van de leerlingen en mensen in hun omgeving. Hier wordt het feit gevierd dat geen twee geesten gelijk zijn en dat twee mensen altijd meer kennen, kunnen of weten dan één.

Je kan de vertaling van deze theorie naar het onderwijs door Spencer en Laura Kagan nalezen in hun publicaties uitgegeven bij www.nprinc.com. In Nederland worden vertalingen van hun werk aangeboden. Het gaat onder anderen over ‘Het complete MI-boek’ of ‘Matchen met MI’ surf naar www.rpcz.nl


Auteur: Patricia Pausenberger